Meteen naar de inhoud
Home | (Denk) vragen Werkplaats Diversiteit

(Denk) vragen Werkplaats Diversiteit

  • Niet alle scholen die meedoen aan de Werkplaats voldoen aan de kenmerken van superdiversiteit zoals beschreven door Crul et al. (2016). Zijn de inzichten die de tot nu toe bestudeerde theorie ons opleveren alleen waardevol voor superdiverse klassen, of ook überhaupt in bredere zin voor onderwijzen in een superdiverse context (zoals de stad Amsterdam)? Ook de leerlingen op niet superdiverse scholen worden voorbereid op het functioneren in een superdiverse stad.
  • In hoeverre hebben we in onze onderwijspraktijk oog voor de verschillende (cognitieve en sociaal/ cultureel/ etnische) dimensies van diversiteit?
  • In hoeverre kijken we nog (onbewust) met een etnische bril en leggen we de ander identiteiten op?
  • Op basis van welke ‘cues’ vormen we oordelen over leerlingen, op welke manier spelen daarin mogelijk vooroordelen een rol?
  • (Hoe) zorg je ervoor dat leerlingen op verschillende taken kunnen uitblinken? Hoe zorg je dat we leerlingen niet vastpinnen op één kwaliteit?
  • (Hoe) heb je als leraar (genoeg) oog voor de oorzaken van achterstanden die te maken hebben met sociaal milieu en/of taalvaardigheid? Wordt dit voldoende gezien als factor die altijd impact heeft, ongeacht het prestatieniveau?
  • Hoe zorg je ervoor dat bepaalde instrumenten (bijv. groepsplannen) niet een vast stramien worden, maar flexibel ingezet worden met het oog op verschillende dimensies van diversiteit in de klas?
  • In hoeverre is er in onze onderwijspraktijk ruimte voor verschillende verhalen en verschillende perspectieven?
  • Hoe zorg je voor veiligheid in de klas en op school, om ook met elkaar in gesprek te kunnen gaan over meervoudige identiteiten en verschillende soorten opvattingen?
  • Hoe zorg je er als leraar voor dat leerlingen de ruimte krijgen voor identiteitsontwikkeling en daarbij ondersteund worden?
  • Hoe zorg je in de school voor een gemeenschappelijk normatief kader?


Het gevaar van het benadrukken van de complexiteit van diversiteit en diverse contexten is dat diversiteit onhanteerbaar wordt (of als onhanteerbaar ervaren wordt). Daarom moet gewaakt worden voor het idee dat een leerkracht het allemaal (en alleen!) moet kunnen. Rekening houden met alle mogelijke verschillen is supermoeilijk, wellicht de moeilijkste opgave voor leerkrachten in het huidige tijdperk. Daarom zou ontwikkeling wat dit betreft zich ook niet alleen op leerkrachten als individuen moeten richten. De Werkplaats kan hiervoor een goede context bieden, een context, waarin leerkrachten, andere actoren uit de scholen en onderzoekers in verschillende samenstellingen onderzoeksmatig, en met mogelijkheid tot vallen en opstaan, onder andere aan de hand van bovenstaande input en vragen, met de thematiek aan de slag gaan.
Eerder onderzoek in onderwijscontexten heeft laten zien dat het bij diversiteitgevoelig onderwijs (Naber & Bijvoets, 2011) vooral lastig blijkt te zijn om de verwerving van diversiteitcompetenties te concretiseren in de alledaagse onderwijspraktijk. Om deze reden is het tevens het doel good practices uit onze onderwijspraktijk in kaart te brengen. De bedoeling is dat het in kaart brengen en delen van deze good practices leidt tot de doorontwikkeling van een gezamenlijk kader voor school en opleiding, aan de hand waarvan (nieuwe) interventies en instrumenten ontwikkeld en verder aangevuld en uitgebreid kunnen worden. Het doel is aan de hand van opbrengsten uit de verschillende deelonderzoeken die ontwikkeld worden in de Werkplaats gezamenlijk tot inzichten te komen over diversiteit in en om de klas: Wanneer handel je hoe, waartoe?

Bronnen

Adichie, C. (2009, Juli). The Danger of a single story.

Crul, M., Güngör, U. & Lelie, Z. (2016). Superdiverse schoolklassen: een nieuwe uitdaging voor docenten. In: Onderwijs en opvoeding in een stedelijke context, R. Fukkink & R. Oostdam (eds.). (pp. 45-54) Bussum: Coutinho.

Fukkink, R., Soeterik, I., Verseveld, M., & Mulligen, R. (2016). Diversiteitswijzer. HvA/UPvA.

Gaikhorst, L. (2014). Supporting beginning teachers in urban environments. Universiteit van Amsterdam (182 pag.). Supervisor(s): prof.dr. M.L.L. Volman & dr. J.J. Beishuizen.

Inspectie van het onderwijs (2015). Beginnende leerkrachten kijken terug. Onderzoek onder afgestudeerden. Deel 1. De Pabo.

Leeman, Y. (2006). Teaching in ethnically diverse schools: teachers’ professionalism. European Journal of teacher Education, 29 (3), 341-356.

Naber, P., & Bijvoets, M. (2011). Opleiden en professionaliseren in diversiteit en opvoeding. Amsterdam: Kenniswerkplaats Tienplus.

Naber, P., & Knippels, V. (2013). Diversiteit in vakmanschap. Opleiden met gevoel voor diversiteit. Amsterdam: Kenniswerkplaats Tienplus.

Pels, T. (2010). Opvoeden in de multi-etnische stad. Pedagogiek, 30 (3), pp. 211 – 235.

Severiens (2014). Professionele capaciteit in de superdiverse school. Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Vossiuspers UvA.

Severiens, S, Wolff, R & van Herpen, S. (2014). Teaching for diversity: a literature overview and an analysis of the curriculum of a teacher training college. European Journal of Teacher Education, 37 (3), 295-311. doi: 10.1080/02619768.2013.845166.

Vertovec, S. (2007) Super-diversity and its implications. Ethnic and racial studies, 30 (6), pp. 1024-1054.