Meteen naar de inhoud
Home | De coördinator, facilitering en samenwerking bepalend voor succes onderwijsonderzoekswerkplaatsen

De coördinator, facilitering en samenwerking bepalend voor succes onderwijsonderzoekswerkplaatsen

In mei 2016 is een pilot ‘Werkplaatsen onderwijsonderzoek po’ gestart waarin in drie regio’s primair onderwijs, hogescholen en universiteiten samenwerken aan onderwijsonderzoek en aan het vormgeven van een lerende cultuur in basisscholen. Flankerend onderzoek naar het functioneren van deze werkplaatsen laat zien dat de coördinator een essentiële rol vervult bij de ontwikkeling en vormgeving van deze werkplaatsen. De toegekende middelen maken het mogelijk dat de betrokkenen daadwerkelijk in staat worden gesteld om te participeren. Een belangrijk succesvoorwaarde is verder dat de werkplaatsen erin slagen te komen tot een samenwerking tussen de partners op basis van gelijkwaardigheid.

De PO-Raad en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) hebben gezamenlijk een tweejarige pilot ‘Werkplaatsen Onderwijsonderzoek PO’ opgezet. Deze pilot is bedoeld om te onderzoeken of de werkplaatsen een goede manier zijn om te komen tot van een structurele samenwerking tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. Er zijn drie werkplaatsen gestart, in Amsterdam, Tilburg en Utrecht. Oberon en de Universiteit Utrecht voeren flankerend onderzoek uit naar het functioneren van deze samenwerkingsverbanden. In deze eerste tussenrapportage ligt het accent op de vormgeving van de samenwerking, de opbrengsten van de samenwerking en factoren die een belangrijke rol spelen bij het succesvol functioneren.

Coördinatoren fungeren als ‘spin in het web’

De coördinatoren hebben een belangrijke rol gehad in het opstarten van de werkplaatsen, het verduidelijken van de structuur en het samenbrengen van betrokkenen. Zij fungeren als het eerste aanspreekpunt, bewaken de voortgang van de werkplaatsen, coördineren de bijeenkomsten en sturen het proces of betrokkenen aan waar nodig. Mede hierdoor blijft de betrokkenheid bij de werkplaatsen hoog.

Subsidie creëert ruimte voor daadwerkelijke participatie

Het tweede belangrijke aspect is de rol van schoolleiding en schoolbestuur op verschillende niveaus. De subsidie vanuit het NRO geeft besturen en scholen de mogelijkheid om tijd vrij te maken voor de werkplaatsen. Schooldirecteuren geven leerkrachten de ruimte om de bijeenkomsten bij te wonen en tijd te besteden aan de werkplaatsen. Schoolbestuurders faciliteren en stimuleren schooldirecteuren om deel te nemen aan de werkplaatsen en hier ook prioriteit aan te geven.

Gelijkwaardige samenwerking is belangrijke succesfactor

Door alle werkplaatsen wordt de goede samenwerking als succesfactor genoemd. Er zijn regelmatig bijeenkomsten waarin de betrokken partners samenwerken. Daarbij wordt nadrukkelijk gestreefd naar gelijkwaardigheid. Zo hebben leerkrachten kennis verworven over de centrale onderzoeksthema’s en over het uitvoeren van onderzoek. En onderzoekers hebben kennis opgedaan van hoe de praktijk werkt en hoe onderzoek daadwerkelijk kan bijdragen aan onderbouwing en verdere ontwikkeling van die praktijk.

Jong, A. de, Exalto, R., Geus, W. de, Kieft, M., Klein, T., Lockhorst, D. (2017). Werkplaatsen onderwijsonderzoek po. Tussenrapportage onderzoek jaar 1. Utrecht: Oberon

Zie ook:
Henrichs, L., Schot, W., Zuiker, I., Bakx, A, Soeterik, I., Edzes, H., Klein, T., Jong, A. de & Exalto, R. (2017). Educational research labs in the Netherlands: a joint venture in connecting the worlds of educational practice and research. EAPRIL Conference proceedings 2017.