Meteen naar de inhoud
Home | Bi-etnische kinderen verschillen van mono-etnische kinderen in schoolprestaties, welbevinden en burgeschapscompetenties

Bi-etnische kinderen verschillen van mono-etnische kinderen in schoolprestaties, welbevinden en burgeschapscompetenties

Nederland kent een toenemend aantal kinderen met ouders van verschillende etnische herkomst, ofwel bi-etnische kinderen, kinderen met één ouder van Nederlandse herkomst en één ouder van niet-Nederlandse herkomst. In onderzoek worden deze leerlingen vaak samen genomen worden met mono-etnische leerlingen. Vergelijking van beide groepen op cognitieve prestaties, sociaal-emotioneel functioneren en burgerschapscompetenties laat verschillen zien.

Als gevolg van migratie en toegenomen interetnische relaties neemt het aantal kinderen met ouders van verschillende etnische herkomst, ofwel bi-etnische kinderen, toe. In 2012 betrof een kwart van de huwelijken in Nederland huwelijken tussen partners van verschillende etnische herkomst.
In onderzoek worden bi-etnische leerlingen met één ouder van Nederlandse herkomst en één ouder van niet-Nederlandse herkomst vaak samen genomen worden met mono-etnische leerlingen. Nagegaan is of het gaat om éen groep of dat sprake is van twee groepen die onderscheiden moeten worden. De schoolprestaties en het sociaal functioneren van bi-etnische en mono-etnische leerlingen worden met elkaar vergeleken.

Deze vergelijking betreft de cognitieve prestaties, het sociaal-emotioneel functioneren en de burgerschapscompetenties van leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs. Hiervoor is gekozen omdat cognitieve prestaties, sociaal-emotioneel functioneren en burgerschapscompetenties belangrijke educatieve doelen zijn. Bovendien hebben burgerschapscompetenties te maken met omgaan met etnische diversiteit. Verondersteld kan worden dat deze competenties zich bij leerlingen die te maken hebben met etnische diversiteit, sneller ontwikkelen.

Bi-etnische leerlingen doen het beter in het onderwijs dan leerlingen met twee ouders van dezelfde niet-Nederlandse herkomst

De schoolprestaties en het sociaal functioneren van bi-etnische leerlingen blijken niet vergelijkbaar te zijn met de schoolprestaties en het sociaal functioneren van mono-etnische leerlingen met twee ouders van dezelfde niet-Nederlandse herkomst. Bi-etnische leerlingen scoren gemiddeld hoger op cognitieve prestaties, en lager op sociaal-emotioneel functioneren. Hun scores zijn vergelijkbaar met die van leerlingen met twee ouders van Nederlandse herkomst.

Ook verschillen bij burgerschapsonderwijs

Bij burgerschap zijn de bevindingen minder eenduidig. Bij burgerschapskennis scoren bi-etnische kinderen –net als bij cognitieve prestaties – even hoog als kinderen met twee ouders van Nederlandse herkomst en hoger dan leerlingen met twee ouders van dezelfde niet-Nederlandse herkomst. Bij burgerschapsoriëntatie, meer de attitudecomponent van burgerschapscompetenties, scoren leerlingen met twee ouders van dezelfde niet-Nederlandse herkomst het hoogst, gevolg door bi-etnische leerlingen. Leerlingen met twee ouders van Nederlandse herkomst scoren hier het laagst.

Meer:

Karssen, M., Veen, I. van der, & Volman, M. (2015). Educational outcomes and functioning of bi-ethnic Dutch children in school. Educational Research, 57 (4), 354–367

Voor meer info, zie het proefschrift.

Contactpersoon: Merlijn Karssen